Een nieuwe Gouden Eeuw

Eén van de meest boeiende en uitdagende perioden van de Nederlandse kunst en cultuur is de laatste 150 jaar. Was de romantiek van slechts korte duur, met de Haagse School werd op aarzelende wijze het impressionisme ontdekt.

De Amsterdamse schilders uit de jaren ’80 en ’90 waren gedurfder, mystieker en soms mysterieuzer. Van Gogh steekt daar op eenzame hoogte bovenuit.

De periode rond 1900 was er een van grote veranderingen met revolutionaire architecten als Berlage of Michel de Klerk, of vernieuwende kunstenaarsgroepen in Domburg, Laren of Bergen.

Pointillisme van Ferdinand Hart Nibbrig, Leo Gestel of Jan Toorop, krachtig expressionisme van Kees van Dongen, Jan Sluijters of de schilders van de Ploeg, en de radicale visie van de Stijl met Mondriaan of Theo van Doesburg.

Het interbellum wordt gekenmerkt door het Zakelijk Realisme, het Surrealisme of Magisch Realisme van bijvoorbeeld Carel Willink of Pyke Koch.

De oprichting van Cobra was een drastische ommekeer. Veel internationale ontwikkelingen, zoals Pop-Art, Minimal Art, Land-art of het Nieuwe Expressionisme kenden een eigen podium, met kunstenaars als Jan Schoonhoven, Jan Dibbets, Marinus Boezem of Frans Franciscus.

Sinds de jaren ’80 is de ontwikkeling van de bouwkunst in een stroomversnelling gekomen met architecten als Rem Koolhaas, Jo Coenen of Francine Houben.

Docent: drs. Wil Boetzkes

Cursusgeld € 207,50

(7 bijeenkomsten, incl. digitale syllabus)